Stroomdossier: Biomassa standalone
In de stroomdossiers legt WISE uit hoe het precies zit met groene stroom en grijze stroom. In dit dossier elektriciteit opgewekt in ‘standalone’ biomassacentrales. Is dit duurzaam of kan dit duurzaam gemaakt worden?
- Welk deel van onze elektriciteit wordt opgewekt met biomassa in standalone biomassacentrales?
- Wat zijn de klimaat- en andere effecten van het opwekken van stroom met het verstoken van houtige biomassa?
- Elektriciteit opgewekt met het verstoken van houtige biomassa: nodig tijdens de energietransitie?
- Wat vindt WISE?
Wat is een standalone biomassacentrale? Standalone biomassacentrales zijn centrales waarin uitsluitend biomassa (bijv. snoeihout of mest) wordt verbrand. We gebruiken de term ‘standalone’ om een duidelijk verschil te maken met biomassa bijstook in kolencentrales. Standalone biomassacentrales zijn in hoofdzaak ketels van bedrijven die vaste biomassa verbranden, hoofdzakelijk houtige biomassa. Ze worden ook wel BEC’s genoemd (Biomassa Energie Centrales). Lees onze andere stroomdossiers voor informatie over andere soorten biomassa.
Welk deel van onze elektriciteit wordt opgewekt met biomassa in standalone biomassacentrales?
Biomassacentrales in Nederland
Er zijn in Nederland vele tientallen installaties voor het verbranden van vaste biomassa. In onderstaande tabel zijn de installaties met een vermogen boven de 10 MW weergegeven (ter vergelijking, een windmolen op land heeft een vermogen van ongeveer 3 MW en een windmolen op zee heeft een vermogen van 8 – 12 MW).
De Nederlandse overheid zet tijdens de energietransitie vol in op biomassa omdat het relatief goedkoop is. Zo zijn er bijvoorbeeld geen grote aanpassingen aan het elektriciteitsnetwerk nodig. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld windenergie opgewekt op zee waarbij een netwerk van elektriciteitskabels in de zee gelegd moet worden.
Hoeveel elektriciteit wordt er opwekt met biomassacentrales?
Met biomassa (alle soorten) werd in 2017 zo’n 4,6 miljard kWh opgewekt, circa 3,9% van de elektriciteitsproductie (CBS Statline 2019). Bijna 60% hiervan wordt opgewekt met houtige biomassa: hiermee werd in 2017 naar schatting 2,8 miljard kWh op gewekt (ofwel 10 PJ elektrische energie; PJ = petajoule ofwel 1015 J). Hiervoor wordt 1,7 miljoen ton energiehout ingezet (Platform Bio-Energie).
Welke soort biomassa gaat er in een standalone biomassacentrale?
De hoofdstroom van de gebruikte biomassa bestaat uit snoeihoutchips afkomstig van bossen, landschapsonderhoud en parkonderhoud. De centrale Bio Golden Raand in Delfzijl gebruikt afval- en sloophoutsnippers. Twence in Hengelo gebruikt afvalhout en houtige resten van de compostering. BMC in Moerdijk verbrandt kippenmest. Een probleem is wel dat de herkomst van de biomassa niet of onvoldoende kan worden bewezen.
Hoeveel houtige biomassa wordt er gebruikt voor energie?
In 2017 is 1,6 miljoen ton energiehout verstookt (ca. 29 PJ energie-inhoud), verdeeld over de volgende bronnen (Platform Bio-Energie):
- 757 duizend ton (ca. 14 PJ energie-inhoud) geverfd, gelakt of verlijmd gebruikt hout (B-hout)
- 498 duizend ton (ca. 9 PJ) afvalhout uit Nederlands bos-, natuur- en landschapsbeheer, voornamelijk snoeihoutchips
- 406 duizend ton (ca. 7 PJ) reststromen uit de agro-, food- en houtindustrie
- 5 duizend ton (ca. 0,1 PJ) onbewerkt schoon hout (A-hout)
Deze in totaal 30 PJ aan energiehout wordt verstookt in kolencentrales, afvalverbrandingsinstallaties en standalone biomassacentrales om elektriciteit en warmte op te wekken.
Wat zijn de klimaat- en andere effecten van elektriciteit opgewekt met het verstoken van houtige biomassa?
Directe emissies van verbranding
De CO2-uitstoot van het verbranden van houtige biomassa is hoog. De directe emissie bij verbranding ligt op 1.000-1.300 g CO2eq/kWh (PBL 2013). Hoe hoog de bijdrage van deze emissie is aan het broeikaseffect is afhankelijk van de herkomst en het soort biomassa (maagdelijke grondstof, reststof, afvalstof). In het huidige beleid wordt de directe emissie van biomassa niet meegeteld en standaard op nul gezet omdat de uitstoot zal worden gecompenseerd door het aanplanten van nieuwe bomen. Is dat terecht?
Volgens WISE is dit niet terecht. Het klimaateffect van energieopwekking met biomassa wordt in het klimaatbeleid op nul gesteld. De gedachte hierbij is dat er sprake is van een kortcyclische koolstof-keten: de C02 die vrijkomt bij het verstoken van hout wordt weer opgenomen door de nieuw aangeplante bomen. Ten eerste is het nog maar de vraag of deze bomen daadwerkelijk geplant worden. Ten tweede duurt het decennia of eeuwen voordat een nieuw aangeplante boom zo ver gegroeid is om de vrijgekomen C02 weer op te nemen (ook wel de ‘koolstofschuld’). Dit proces duurt te lang met het oog op de klimaatdoelen voor 2050. (Trouw, 2017) Verder is het ook geen gesloten cyclus want er treden verliezen op bij het verbranden van biomassa, bijvoorbeeld bij transport. Alleen in specifieke gevallen pakt stroomopwekking met hout gunstig uit. Voor meer hierover zie ons dossier Biomassa voor energie: een tricky business.
Indirecte emissies van bosbouw, bewerking, levering en transport
Indirecte emissies komen tot stand bij de productie en transport van de brandstof. Bij de meest gebruikte brandstof voor standalone centrales, Nederlandse snoeihoutchips, zijn de indirecte emissies circa 83 g CO2eq/kWh (toelichting), afhankelijk van bewerkingsstappen, transportafstanden en wijze van transport. Ter vergelijking: de indirecte emissies van stroom uit windmolens (12 gCO2eq/kWh) en zonnepanelen (68 g CO2eq/kWh) zijn lager. (IPCC, 2011) Verder hebben deze vormen geen directe emissies bij het opwekken van energie. Dus naast de (hoge) directe emissies van biomassa, waarvan het niet zeker is of ze gecompenseerd worden, zijn de indirecte emissies al hoger dan die van andere duurzame vormen van energie als wind en zon.
Andere schadelijke stoffen
Bij het verbranden van houtige biomassa komen er naast CO2 ook andere schadelijke stoffen vrij. Zie de tabel in ons dossier Biomassa bijstook.
Ontbossing?
Als alleen snoeihoutchips gebruikt worden is er meestal geen sprake van ontbossing. Voor een bos is het belangrijk dat er ook hout achterblijft in het bos, zodat er koolstof in de bodem kan worden opgeslagen. Bij natuurbeheer en duurzaam bosbeheer wordt hierop gelet en blijven er voldoende houtresten achter. Als er houtpellets (geperste houtkorrels) gebruikt worden, kan er wél sprake zijn van ontbossing. Zie ons dossier Biomassa bijstook kolencentrales.
Hoe langer de leveringsketens (denk aan import uit verre landen), hoe hoger het risico op onduidelijke herkomst van het hout en dus op ontbossing. Goede certificering en sluitend ketenbeheer dienen dit te voorkomen. Op dit moment is er onvoldoende inzicht in waar het hout dat verstookt wordt in biomassacentrales vandaan komt. (SOMO, 2014)
Is er in de wereld voldoende houtige biomassa beschikbaar om aan de vraag naar energiehout te voldoen? Het korte antwoord hierop luidt nee, zie dossier Biomassa voor energie: een tricky business voor meer info. Onderstaande figuur (Probos 2014) laat zien dat de vraag naar energiehout een enorme vlucht dreigt te gaan nemen. In 2030 is het totale Nederlandse houtverbruik dankzij energiehout verdubbeld.
Toepassing van biomassa in Nederland volgens scenario’s (Probos 2014)
Elektriciteit opgewekt met het verstoken van houtige biomassa: nodig tijdens de energietransitie?
Officieel wordt alle stroom opgewekt met biomassa groene stroom genoemd. Maar het mag uit ons verhaal duidelijk zijn dat niet alle soorten houtige biomassa voor energie even duurzaam zijn. WISE vindt dat biomassa een kleinere rol moet gaan spelen in de elektriciteitsvoorziening van de toekomst, maar in de fase tot 2035 zal biomassa nog wel nodig zijn ter verduurzaming van de warmtevraag in de industrie. Daarbij zal ook elektriciteit geproduceerd worden (middels bio-WKK).
In de Energievisie 2035 van Natuur & Milieu heeft biomassa een hele kleine rol bij het opwekken van elektriciteit in 2035. Het potentieel van biomassa voor elektriciteitsproductie schat Natuur & Milieu in op 30 PJ (zie in de figuur hieronder). Biomassa heeft daarin een rol om de elektriciteitsproductie op te vangen als de wind niet waait en de zon niet schijnt. Daarmee zou een mix van Nederlandse én geïmporteerde biomassa voorzien in 6% van de in 2035 verwachte elektriciteitsvraag (489 PJ elektrisch). Afvalhout dat niet meer herbruikbaar is, speelt volgens Natuur & Milieu wel een blijvende rol in de energievoorziening (ca 10 PJ warmte en 7 PJ elektrisch).
Visie voor opgewekte elektriciteit per bron (Energievisie 2035, Natuur & Milieu)
Wat vindt WISE?
WISE vindt de meeste vormen van de productie van stroom met houtige biomassa niet zo duurzaam. Daarom wil WISE dat houtige biomassa zo min mogelijk gebruikt wordt om stroom op te wekken. Als het wel gebruikt wordt alleen als er rekening gehouden wordt met de volgende criteria:
- Cascadering aanhouden: Hout met voorrang gebruiken als bouwmateriaal, plaatmateriaal, vezelmateriaal, grondstof voor de chemische industrie en als grondstof voor transportbrandstoffen. Hout, waar mogelijk, meerdere keren gebruiken en alleen restanten verbranden die nergens anders meer voor gebruikt kunnen worden. (KNAW, 2017)
- Energiehout niet toepassen voor alléén elektriciteitsproductie, maar altijd gecombineerd met warmteproductie (WKK) of alleen voor de productie van warmte.
- Geen geïmporteerde biomassa gebruiken. Grootschalige import van houtige biomassa beperkt de (potentiële) mogelijkheden van het land van herkomst om hout voor de eigen (energie-)voorzie-ning in te zetten. Bovendien is het lastiger om zekerheid te hebben over de afkomst van geïmporteerde biomassa waardoor niet kan worden gegarandeerd dat de houtkap geen negatieve milieueffecten heeft. (SOMO, 2014) Om de afkomst te garanderen kan het binnenlands aanbod vergroot worden door bosaanplant. (Bureau de Helling, 2019)
De consequentie hiervan is dat houtige biomassa in de toekomst niet gebruikt zal worden om stroom te produceren, mogelijk alleen nog op zeer beperkte en lokale schaal. Houtige biomassa kan duurzamer ingezet worden voor andere toepassingen. In het geval van hout kan een boomstam eerst gebruikt worden voor een tafel, de tafel kan gerecycled worden als pallet en de pallet weer als spaanplaat. Pas als recycling niet meer mogelijk is kan het verbrand worden. Zo komen alleen echt laagwaardige rest- en afvalstromen in aanmerking om benut te worden op energie-inhoud. (Bureau de Helling, 2019)
Biobased economy (BBE)
Een biobased economy is een economie die is gebaseerd op biomassa als grondstof. Biologische grondstoffen vervangen dan fossiele brandstoffen onder andere door het opwekken van elektriciteit in biomassacentrales in plaats van in kolencentrales. Ook kunnen er materialen van biomassa worden gemaakt. Zoals het inzetten van de reststromen uit de landbouw en voedingsmiddelenindustrie voor de productie van bijvoorbeeld plastics, chemicaliën of cosmetica.
WISE vindt een grote experimenteerruimte voor de biobased economy van de toekomst belangrijk. Dit vraagt wel om strakke sturing, heldere criteria en uitgebreid wetenschappelijk onderzoek. Het principe van cascadering moet systematisch worden toegepast: hoogwaardige biobased materialen moeten niet ingezet worden voor laagwaardige toepassingen.