WISE heeft een beroep lopen bij de Raad van State tegen de laatste vergunningswijziging voor de kerncentrale in Borssele.
Volgens de wet had Nederland vóór de beslissing Borssele langer open te houden dan 40 jaar (een beslissing die al in 2006 viel) een inspraakprocedure moeten organiseren die de milieueffecten van verlengde bedrijfsvoering van de kerncentrale Borssele van 2013 tot 2033 in kaart zou brengen. Dat gebeurt meestal in de vorm van een milieueffectrapportage (MER). En dat is nog steeds niet gebeurd.
De nalevingscommissie van het Verdrag van Aarhus, een voor Nederland bindend milieuverdrag onder auspiciën van de VN, concludeerde in oktober 2018 dat Nederland sinds het convenant van 2006 (een achterkamertjesafspraak tussen de regering en de net geprivatiseerde eigenaars van Borssele) niet aan de verplichtingen over inspraak voldoet. In dit verdrag uit 1998 verplicht Nederland zich om het publiek toegang te geven tot milieu-informatie, hen te betrekken bij beslissingsprocedures die het milieu aangaan, en hen toegang tot de rechtbank te geven als het om het milieu gaat. De nalevingscommissie gaf aan dat zij het ondenkbaar acht dat de exploitatie van een kerncentrale kon worden verlengd van 40 naar 60 jaar zonder dat er aanzienlijke milieueffecten zouden kunnen optreden. Ze kwam ook tot de conclusie dat hoewel Borssele een eeuwigdurende bedrijfsvergunning heeft, het duidelijk was dat de technische levensduur van de kerncentrale 40 jaar was en dat er voor de periode daarna geen voldoende overzicht is van mogelijke milieu-invloeden. Borssele, operationeel sinds 1973, is de oudste draaiende kerncentrale in de EU.
Op 5 maart 2020, heeft het Grondwettelijk Hof in België op basis van conclusies van het Europees Gerechtshof de wet vernietigd die de levensduur van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2 met 10 jaar (tot 2025) verlengt, vanwege het ontbreken van een MER. Als dit rapport er niet snel komt moeten Doel 1 en 2 in 2023 dicht. Zo’n zelfde rapport is voor Borssele dus ook nooit gemaakt.
WISE, LAKA en Greenpeace proberen al sinds 2009 een MER voor Borssele af te dwingen. Dit laatste beroep bij de Raad van State werd ingesteld in begin 2019 door WISE en Greenpeace omdat de Nederlandse nucleaire opzichter de vergunning van Borssele had gewijzigd, zonder daarbij voldoende informatie over het milieu mee te kunnen nemen omdat die MER nog steeds niet is gemaakt.
Waarom een MER?
Borssele is ooit gebouwd met het idee om 40 jaar te kunnen draaien, tot 2013. Toen werd besloten de centrale nog langer 20 jaar langer open te houden, betekende dat automatisch ook doorgaan met de voor de brandstof benodigde uraniummijnbouw, het produceren van kernafval, het reactorvat langer blootstellen aan straling, het 20 jaar langer blootstellen van de bevolking en het milieu aan het risico van een groot ongeval. Ook is dat milieu zelf in de nu bijna 50 jaar bedrijf van Borssele veranderd. Er wonen nu meer mensen rondom de centrale, er is meer economische activiteit, er zijn meer waardevolle natuurgebieden. Kortom, wanneer er een groot ongeluk zou gebeuren, zou er ook veel mee schade zijn. Dat zijn allemaal aspecten die niet voldoende zijn geanalyseerd en meegenomen in de criteria voor de veranderde vergunningen van Borssele.
In 2023 moet de nucleaire opzichter ANVS weer een oordeel vellen over hoe risicovol Borssele is. Op basis van beslissing van het Europees Gerechtshof en de bevindingen van de nalevingscommissie van Aarhus moet die beslissing ook worden geïnformeerd door een MER die tot stand is gekomen na publieksinspraak over de verdere levensduur van Borssele.
Uit zo’n analyse moet ook blijken of het openhouden van Borssele nog wel kan worden gerechtvaardigd, zowel vanuit het gezichtspunt van risico als ook economisch in vergelijking met realistische alternatieven, zoals het Borssele off-shore windpark.
Lees hier meer over de bevindingen van de nalevingscommissie van het Verdrag van Aarhus.