De Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval, de COVRA, mag geld uit het ‘waarborgfonds eindberging’ voortaan risicovol gaan beleggen.
Het fonds wordt opgebouwd om uiteindelijk in 2120 de kosten van een eindberging van het kernafval te financieren. Hoewel we nog niet weten hoe we dat uiteindelijk gaan doen worden de kosten nu op zo’n twee miljard euro geschat. De pot wordt gevuld met de bijdragen die producenten van kernafval betalen aan de COVRA. In theorie zou dat fonds, zonder risico’s te hoeven nemen, in 2120 voldoende gevuld moeten zijn. Maar de rente staat al jaren laag en al jaren achtereen constateert de COVRA dat het doelbedrag niet gehaald gaat worden. Nou zou je zeggen; dan moeten de producenten van kernafval meer gaan betalen. Het officiële beleid is immers: de vervuiler betaalt.
De COVRA moest de afgelopen jaren het tekort steeds uit eigen middelen bijleggen. Daardoor lijdt het bedrijf verlies en is het eigen vermogen vrijwel verdampt. Eigenlijk is de COVRA failliet. Maar het is een staatsbedrijf en dus wordt het overeind gehouden. Omdat de regering het ook niet zo fijn vindt om steeds bij te moeten lappen heeft de Minister van Financiën nu toestemming gegeven aan het fonds om risicovol te kunnen gaan beleggen. Uiteindelijk is het een klassiek gevalletje vestzak-broekzak; als de opbrengst van de beleggingen tegen gaat vallen wordt er gewoon weer bij het Rijk aangeklopt. Alleen zit er dan weer een nieuwe regering.
De kerncentrale Borssele – grootste leverancier van kernafval – heeft al vooruitbetaald voor al het kernafval dat ze tot 2033 produceren. Die staat dan ook niet open voor nieuwe prijsafspraken. Handig gedaan. Het risico ligt volledig bij de COVRA – en dus de Staat.
De stichting Laka heeft – samen met particuliere producenten van groene stroom – in juli 2017 een klacht ingediend bij de Europese Commissie wegens ‘ongeoorloofde staatssteun’. Die zaak loopt nog.