5 mei 2015

Is er genoeg geld voor berging van kernafval?

Omstreeks het jaar 2130 wil Nederland een definitieve berging voor al haar radioactieve afval realiseren. Officieel omdat het “prima 100 jaar bij de COVRA in Zeeland kan blijven liggen”, en omdat er ondertussen geld gespaard kan worden om die eindberging te betalen. Als je nog helemaal niet weet hoe je het afval definitief gaat bergen is het lastig om te weten hoeveel het gaat kosten. Toch?

Niettemin gaat de Nederlandse regering “op basis van ramingen in andere Europese landen” uit van een benodigd bedrag van tussen de 1,5 en 2,5 miljard euro. Er wordt dus gespaard om over ruim 100 jaar dat bedrag beschikbaar te hebben. Daarvoor is het Waarborgfonds Eindberging opgerciht, dat gevuld wordt, en groeit, door:

  • Betalingen die de producenten van kernafval doen aan de COVRA;
  • Beleggingsrendementen

De pot wordt beheerd door de COVRA, het Ministerie van Financiën is toezichthouder. De Nederlandse Staat is ook enig aandeelhouder van de COVRA. In de “notitie Eindbergingsfonds” van 15 september 2011 van het Ministerie van Financiën worden de verhoudingen zo omschreven:

COVRA is belast met de eindberging van radioactief afval. Ter financiering hiervan draagt COVRA sinds haar oprichting financiële middelen af aan een apartgezet fonds dat verplicht belegt in staatspapier. Er is veel onzekerheid over het benodigde kapitaal voor een adequate eindberging, maar op basis van ramingen in andere Europese landen wordt uitgegaan van 1,5 a 2,5 miljard euro over tenminste 100 jaar”.

Elk jaar doet het Ministerie van Financiën verslag van de ontwikkeling van het fonds. Dat wordt keurig samengevat en verstopt in een omvangrijk rapport over alle staatsdeelnemingen in (commerciële) bedrijven. In die zin is informatie makkelijker te achterhalen dan in het geval van de pot geld die de kerncentrale Borssele beheert voor de kosten van ontmanteling van de centrale. Maar om de (slechte) resultaten van ook dit fonds beter te begrijpen moet je de onderliggende bewegingen en overwegingen kennen. En het valt niet mee om daar achter te komen… Het fonds is gestart in 2002 met een kapitaal van 55 miljoen Euro. Omstreeks het jaar 2130 moet dit gegroeid zijn naar een kapitaal van 2 miljard euro. Tot zover de theorie.

Met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) heeft de Stichting Laka documenten opgevraagd bij het ministerie van Financiën over het Waarborgfonds. En wat blijkt? Het fonds groeit al zeker 12 jaar op rij minder dan begroot en in sommige jaren was er zelfs sprake van krimp. En dat is zorgelijk. Uit een notitie van het Ministerie van Financiën (COVRA Beleggingsmandaat, januari 2013) “Dit klemt te meer omdat een lage opbouw in het begin van de fondsvorming (meer) doorwerkt vanwege het rente-op-rente-effect dan bijvoorbeeld een lage opbouw aan het einde van de looptijd

Er is al jaren sprake van een tegenvallend resultaat. In de notulen van de AVA (Algemene Vergadering van Aandeelhouders) van juni 2011 staat: “Sinds 2003 blijkt het gemiddelde rendement op de belegde middelen achter te blijven op het beoogde rendement, 2,3% gemiddeld in plaats van 3% (gecorrigeerd voor inflatie)”. Uit het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen 2013 blijkt dat het 5-jarig gemiddelde rendement van de COVRA -5,6% is.

Eerder is het verwachtte rendement al bijgesteld: “Geconstateerd wordt dat de rentetoevoegingen, ondanks de verlaging van 3,5 naar 3% in 2003, alle jaren achterblijven bij de gestelde doelen”. De directie stelt dat het een gezamenlijk belang is, dat er aan het eind van de 100-jaar termijn voldoende financiële middelen beschikbaar zijn. “Het is niet alleen de verantwoordelijkheid van COVRA,  maar zeker ook de verantwoordelijkheid van de Staat der Nederlanden.” Dat is natuurlijk een beetje vestzak-broekzak want de Staat is enigst aandeelhouder. Maar de theorie stelt nadrukkelijk dat de vervuilers voldoende geld zouden inbrengen om de pot, ook als je uitgaat van alleen heel behoudend beleggen en rente, op het gewenste peil te brengen. Als ze dat aan het relatieve begin van het traject nog willen borgen zal er snel een extra financiële injectie van de Staat moeten komen. En dat is toch weer niet zo’n fijne boodschap.

In 2011 heeft het Ministerie nog maar eens gevraagd aan de COVRA of het niet mogelijk was de bedragen voor kernafval te verhogen:  “In vervolg op de discussie rond de financiële situatie is de vraag gerezen of COVRA haar financiële profiel structureel zou kunnen versterken door bijvoorbeeld de inkomsten te vergroten. Bij de bedrijfsvoering van COVRA wordt uitgegaan van de principes dat de ‘vervuiler’ betaalt en dat -zoals bij ieder normaal bedrijf- dat de bedrijfsvoering tenminste kostendekkend is. Dit houdt in dat ‘vervuilers’ ook meebetalen aan de eindberging e.d.” Een antwoord hierop is niet openbaar gemaakt. In de stukken die de Stg. Laka heeft ontvangen is sowieso meer dan 80% van alle tekst zwart weggelakt. Maar kennelijk heeft men er niet toe besloten de prijs voor kernafval te verhogen. Wel is het tekort door de COVRA zelf aangevuld. Maar dat helpt natuurlijk niet want dan lijdt de COVRA (en dus de Staat) weer verlies.

En dus presteert Minister Dijsselbloem het om in zijn antwoorden aan de 2e Kamer van 15 maart 2015 deze prachtige Open Deur in te trappen: “Hoewel het niet zeker is dat COVRA in de toekomst de benodigde rente en het benodigde vermogen voor eindberging niet behaalt, is het op de (middel)lange termijn niet wenselijk als COVRA verliezen blijft lijden door tegenvallende renteresultaten.”