16 juni 2025

Wat het Iran-Israël conflict ons leert over nucleaire (on)veiligheid 

Vrijdag voerde Israël een gerichte luchtaanval uit op meerdere nucleaire installaties en olie­depots in Iran, waarbij onder meer het atoomcomplex in Natanz werd getroffen en hoge Iraanse militairen omkwamen. Als reactie lanceerde Iran tientallen raketten en drones richting Israël, met dodelijke slachtoffers en gewonden tot gevolg. Deze escalatie onderstreept nogmaals (net als in Oekraïne) hoe kwetsbaar kernenergie‑infrastructuur is in militaire conflicten. In dit bericht leggen we uit waarom de civiele kernenergie-keten een nationaal risico vormen, hoe kerntechnologie bijdraagt aan militaire spanningen, en welke gevolgen dit heeft voor milieu, mens en democratie.  

In de nacht van 13 op 14 juli lanceerde Israël een uitgebreide aanval op de ondergrondse uranium-verrijkingsfabriek bij Natanz in Iran en op andere civiele en militaire doelen. Volgens informatie van het Internationale Atoomagentschap (IAEA) is bij de aanval op Natanz geen radioactiviteit aan de oppervlakte gekomen. Of er radioactieve stoffen zijn vrijgekomen binnen in de installatie is niet bekend. De volgende dagen heeft Israël ook de ondergrondse uraniumverrijkingsfabriek bij Fordow en de uraniumconversiefabriek bij Isfahan bestookt. 

Deze installaties zijn deel van de uraniumverrijking die Iran doorvoert. Iran zegt zelf dat dit alleen gebeurt voor vreedzaam gebruik, maar het feit dat het al uranium heeft verrijkt tot 60% geeft een indicatie dat er ook voorbereidingen worden getroffen voor wapengebruik. Kerncentrales draaien op uranium waarin het deel uranium-235 is verrijkt van het natuurlijke niveau van 0,7% naar 3 tot 5%. Futuristische, maar nog niet gebouwde kerncentrales zouden een verrijkingsgraad van 20% nodig kunnen hebben. Israël heeft zelf kernwapens en heeft het non-proliferatieverdrag niet ondertekend. 

De directe stralingsrisico’s van deze aanvallen op verrijkings- en conversieinstallaties zijn niet erg groot. De toxische risico’s bij het vrijkomen van uraniumhexafluoride zijn echter aanzienlijk. 

Naast deze nucleaire installaties heeft Iran één kerncentrale in bedrijf, een Russisch gebouwde 1000 MW reactor bij Bushehr, waar nog twee verdere Russische reactoren in aanbouw zijn. Israël heeft vooralsnog de Bushehr kerncentrale niet aangevallen. Naast door directe aanvallen, loopt de Bushehr kerncentrale ook risico door het wegvallen van stroom door aanvallen op de elektriciteitsinfrastructuur. Als een kerncentrale alle stroom van buiten verliest, is het aangewezen op dieselnoodaggregaten voor de koeling van de reactor. Als deze uitvallen zijn er nog batterijen voor een aantal uren allernoodzakelijkste stroom. Daarna kan de temperatuur in de reactor uit controle raken en een kernsmelting optreden. In het ergste geval kunnen dan radioactieve stoffen in de atmosfeer terechtkomen, zoals radioactief jodium, cesium en strontium. 

Kernenergie vergroot nationale kwetsbaarheid 

Civiele centrales zijn strategische knooppunten in de energievoorziening: grote, geconcentreerde installaties die essentieel zijn voor de stroomproductie én die niet zomaar kunnen worden vervangen of ontweken. Ook transformatoren, bovenleidingen en andere stroominfrastructuur kan worden geraakt. In Oekraïne zagen we hoe kerncentrales en elektriciteitsinfrastructuur plotseling doelwit werden van bombardementen. Het ontregeld raken van het stroomnet kan kerncentrales in gevaar brengen. Ook zijn ze kwetsbaar voor directe aanvallen, vooral wanneer de stroomverzorging, koelsystemen of opslag van radioactief afval worden geraakt. 

Civiele kerntechnologie en militaire escalatie versterken elkaar

De technologie voor civiele kernenergie vertoont grote overlap met die voor kernwapenprogramma’s. Verrijkingsinstallaties, transport van radioactief materiaal en koelinstallaties kunnen ook dienen als dekmantel of opstap naar een militair nucleair arsenaal. Hoe meer installaties en routes we ontwikkelen, hoe groter de kans op proliferatie of op dat derden misbruik maken van infrastructuur. De aanvallen van Israël op de Iraanse uraniumverrijkingscapaciteit wordt beargumenteerd met het stoppen van de productie van mogelijke kernwapens. Maar aanvallen op de stroominfrastructuur brengen ook de kerncentrale in Bushehr in gevaar. 

Milieu, mens en democratie op het spel 

Elke aanval op een kerninstallatie brengt het risico van radioactieve en/of toxische lozingen, langdurige milieuvervuiling en gedwongen evacuatie van burgers. In Oekraïne hebben we gezien hoe lokale gemeenschappen al enkele jaren te maken hebben met onveilige omgevingen en enorme herstelkosten na de annexatie van de kerncentrale in Zaporyzhzhia en de aanvallen op de stroominfrastructuur, die zeven andere kerncentrales in gevaar bracht. Bovendien worden democratische besluitvormingsprocessen in crisistijd vaak overschaduwd door militaire noodsituaties. Investeren in kernenergie betekent een verhoogd gevaar voor mens en milieu, en zet onze democratische vrijheden onder druk zodra het nationale belang van energievoorziening in een conflict overheerst. 

Wat kan Nederland hiervan leren? 

Ook op basis van de enorme nucleaire risico’s van de Russische aanval op Oekraïne en de recente escalatie tussen Israël en Iran roept WISE de Nederlandse politiek op om geen nieuwe kerncentrales te bouwen. In plaats daarvan moet Nederland kiezen voor een toekomst van veilige, decentrale hernieuwbare energiebronnen zoals wind, zon en waterstof, die niet geconcentreerd en dus niet militair aantrekkelijk zijn. Zo beschermen we onze bevolking tegen militaire bedreigingen, houden we militaire atoomtechnologie tot een minimum beperkt, en vermijden we de ernstige milieu‑ en democratische risico’s die gepaard gaan met kernenergie. Alleen met een divers, slim en lokaal energienetwerk blijft Nederland veerkrachtig—ook in tijden van oorlog.

Meer weten over Kernwapens, kernproeven en kernmachten wereldwijd? Bekijk dit naslagwerk!