Afgelopen woensdag presenteerde de Europese Commissie nieuwe klimaatvoorstellen om in 2050 klimaatneutraal te zijn. De belangrijkste doelstelling is om de netto-uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met ten minste 55% te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990. Welke maatregelen hebben er invloed op de energiesector en wat gaat dit betekenen voor Nederland? Hieronder de belangrijkste zaken op een rijtje:
1) Aanscherping ETS
Het eerste pakket aan maatregelen gaat over het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS). Dit is een systeem voor het beprijzen van CO2-uitstoot door de industrie en de elektriciteitssector. Door het verminderen van het aantal emissierechten gaat naar verwachting de prijs van de uitstootrechten omhoog. De verwachting is dat de hogere prijs voor deze rechten de komende jaren gaat zorgen dat kolenstroom uit de energiemix wordt gedreven. Het wordt simpelweg te duur om kolen te gebruiken voor elektriciteitsopwekking. In Nederland was al de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie in 2030 van kracht, dus hier zal het niet voor grote verandering zorgen, maar in andere landen wellicht wel.
Lees meer over de aanscherping van het ETS.
2) Doelstelling duurzame energie
Het fit for 55 voorstel verhoogt het aandeel duurzame energie in Europa in 2030 van 32% naar 40%. De energiesector is de sector die het makkelijks te verduurzamen is: er zijn genoeg goedkope, schone alternatieven. WISE wil zo snel mogelijk naar een 100% duurzaam energiesysteem, dus dan moet dit percentage in 2030 echt al wel hoger zijn. Andere Europese milieuorganisaties eisen minimaal 50%, hier zijn wij het hardgrondig mee eens.
3) Einde doelstelling per lidstaat
Het percentage hernieuwbare energie is vanaf nu enkel een Europese doelstelling. Voorheen werden er ook aan lidstaten afzonderlijk doelstelling opgelegd. Voor Nederland was dat 14% in 2020, maar dat hebben we niet gehaald. Niet voor niets heeft ook juist Nederland gelobbyd voor het afschaffen van individuele doelstellingen. Door er alleen een Europese doelstelling van te maken kun je landen er niet meer op aanspreken als ze te weinig doen. Dit is een gemiste kans om ook voor Nederland een stok achter de deur te hebben om het aandeel hernieuwbare energie snel te verhogen.
4) Biomassa
De duurzaamheidcriteria van biomassa worden aangescherpt. Voorheen kregen alle vormen van biomassa het label ‘groen’, maar hier zal nu onderscheid in worden gemaakt, met het principe van cascadering. Helaas wordt daarmee de toepassing van biomassa voor opwekken van elektriciteit echter nog steeds onvoldoende beperkt. In de plannen staat dat lidstaten vanaf 2026 geen biomassa stand-alone centrales meer zouden moeten ondersteunen. WISE brengt al veel langer onderscheid aan in duurzaamheid van verschillende vormen van biomassa in ons onderzoek Duurzaamheid Nederlandse Stroomleveranciers. Misschien even de categorieen nomen?
5) Energiebelasting
Er zijn ook richtlijnen opgesteld om de energiebelasting te hervormen. Op dit moment is de belasting op zowel grijze stroom als op groene stroom gelijk en betalen grootverbruikers relatief gezien veel minder belasting. Als je de belasting ziet als milieumaatregel, dan zou dit echt anders moeten. Het beprijzen van vervuiling geeft een prikkel om op schonere energievormen over te gaan. Dit voorstel geldt als een belastingvoorstel. In de EU moeten alle lidstaten instemmen met een belastingwijziging, er zijn dus 27 veto’s en 27 stemmen nodig. Er is een grote kans dat een lidstaat dit blokkeert. Dat neemt niet weg dat Nederland er ook zelf voor kunnen kiezen om de energiebelasting eerlijker in te richten. Eerder leverde Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) kritiek op de Nederlandse onevenwichtige verdeling tussen de belasting voor grote en kleine bedrijven.