Elk jaar maakt milieuorganisatie WISE een overzicht van de stroometiketten van Nederlandse energieleveranciers*, waarop te zien is wat de herkomst is van de geleverde stroom. Voor de consument gebruiken de leveranciers vooral groene stroomcertificaten uit het buitenland, afkomstig van bijvoorbeeld zon en wind uit Spanje en Italië. De niet-hernieuwbare stroom, met name kernenergie en gas, is bestemd voor de grootzakelijke klanten. Aan Nederlandse consumenten werd afgelopen jaar voor het eerst geen kolenstroom meer geleverd. Uberhaupt leverde alleen Powerhouse nog elektriciteit van kolen, via de zakelijke markt. Toch zijn er in Nederland nog 4 kolencentrales in werking. De productie van stroom en de levering blijven dus ver uit elkaar liggen.
Elk jaar maakt milieuorganisatie WISE een overzicht van de stroometiketten van Nederlandse energieleveranciers, waarop te zien is wat de herkomst is van de geleverde stroom. Voor de consument gebruiken de leveranciers vooral groene stroomcertificaten uit het buitenland, afkomstig van bijvoorbeeld zon en wind uit Spanje en Italië. De niet-hernieuwbare stroom, met name kernenergie en gas, is bestemd voor de grootzakelijke klanten. Aan Nederlandse consumenten werd afgelopen jaar voor het eerst geen kolenstroom meer geleverd. Uberhaupt leverde alleen Powerhouse nog elektriciteit van kolen, via de zakelijke markt. Toch zijn er in Nederland nog 4 kolencentrales in werking. De productie van stroom en de levering blijven dus ver uit elkaar liggen.
Energieleveranciers zijn bij wet verplicht te vermelden wat voor stroom zij leveren. Dit doen ze met hun stroometiket, dat zij voor 1 mei op hun website moeten publiceren. Vanaf 1 januari 2020 moeten leveranciers niet alleen informatie geven over de oorsprong van de groene stroom (met garanties van oorsprong, GvO’s), maar ook van de grijze elektriciteit zoals kolen, gas, kernenergie (met certificaten van oorsprong, CvO’s). Dit wordt ook wel full disclosure genoemd. Deze wet is ingevoerd om de transparantie te bevorderen. Maar wat WISE al vermoedde, blijkt nu in de praktijk: dit leidt vooral tot meer handel in certificaten uit het buitenland en selectief shoppen voor de eindgebruiker.
Voor de levering kopen leveranciers certificaten in, die bewijzen dat er ergens in Europa een even grote hoeveelheid van dat soort stroom is opgewekt. 1 certificaat staat gelijk aan 1 MWh stroom. De wet full disclosure is echter in bijna geen enkel ander Europees land van kracht. In de praktijk betekent dit dat gas- en kerncentrales uit het buitenland die certificaten voor een prikkie naar Nederland kunnen exporteren. In die landen zijn ze namelijk niets waard. We zien dat er liever buitenlandse gas- en kerncertificaten worden ingekocht dan Nederlandse kolencertificaten. Die vallen vanwege de hoge CO2-uitstoot nu uit de gratie. Hoewel de kolencentrales wel leveren aan het net wordt een gedeelte hiervan aan “niemand” geleverd. Ziehier de nieuwste manier van greenwashing.
Import van certificaten
Populaire (lees: goedkope) GvO’s werden eerder al massaal geïmporteerd, maar dat geldt nu dus ook voor de populaire CvO’s. De levering heeft zodoende niets meer te maken met wat voor stroom er in Nederland wordt opgewekt. Zo bestaat 91,2% van de levering van Essent aan zakelijke klanten uit kernenergie. CertiQ, de instantie die het uitgeven en afboeken van certificaten controleert, schrijft over de groeiende import van CvO’s: “We zien ook een stijging van de import van certificaten van oorsprong voor niet-hernieuwbare elektriciteit (van 2,5 TWh naar 9,7 TWh). Dit komt met name door nucleaire elektriciteit uit Zweden (6,3 TWh).” Van de totale levering van 42,7 TWh niet-hernieuwbare elektriciteit komt er dus aan 6,3 TWh aan CvO’s uit Zweden.
Groene stroom voor consumenten, fossiel voor zakelijk
Als je de stroometiketten voor de consumentenmarkt en de zakelijke markt vergelijkt valt er één ding gelijk op: vrijwel alle fossiele stroom gaat naar de grootzakelijke klanten. ENGIE levert zakelijk 65% fossiel, aan consumenten 100% duurzaam. Eneco zakelijk levert 45% fossiel, de consumenten krijgen 100% hernieuwbaar geleverd. De zakelijke klanten van Vattenfall moeten nog op duidelijkheid wachten, Vattenfall heeft namelijk verzuimd het stroometiket te publiceren. De enige twee leveranciers die nog fossiele stroom leveren aan consumenten zijn Naked Energie (91% gas) en Vattenfall (41,2% gas). Zoals WISE al eerder opmerkte, blijft de zakelijke markt achter met verduurzamen. Dit terwijl deze markt veel groter is dan de consumentenmarkt.
Full disclosure leidt niet tot meer duurzame stroom
Hoewel full disclosure was ingevoerd vanuit de wens voor meer transparantie voor de milieubewuste consument, lijkt dit nog niet echt te werken. Nog steeds doet een groot deel van de stroomleveranciers in Nederland zich groener voor dan ze zijn. Zo slim en goedkoop mogelijk certificaten inkopen heeft helaas weinig te maken met de ambitie om daadwerkelijk te vergroenen. Om duidelijk te krijgen hoe duurzaam leveranciers daadwerkelijk zijn, is het belangrijk om niet alleen naar de levering (inkoop van certificaten) te kijken, maar ook naar de inkoop van de stroom zelf en naar de investeringen die de leveranciers doen. WISE roept daarom de politiek op om transparantie over de inkoop ook te verplichten.
NB
*WISE onderzocht de stroometiketten van 51 leveranciers, zowel op de consumentenmarkt als de zakelijke markt. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) controleert of zij het stroometiket juist en voor 1 mei publiceren. Acht van deze leveranciers hebben hun stroometiket nog niet gepubliceerd.