16 september 2022

Mini-kerncentrales: hoe Limburg zich in de luren laat leggen

Stel je bent een provincie en je wilt eigenlijk liever geen windmolens of zonnepanelen. Iemand roept kernenergie, is dat niet iets?  Je trekt zo’n € 100.000 uit voor een onderzoekje, te bekostigen uit een potje voor de regionale energiestrategie en vraagt een bedrijf om het onderzoek te leiden. Omdat je niet een al te kritisch rapportje wilt, zoek je natuurlijk een bedrijf dat uit de nucleaire sector komt.
Het zal niet heel verrassend zijn, wat er uit dat onderzoek komt. Namelijk dat er kansen liggen voor kernenergie.
Helaas is dit geen fictie maar realiteit en wel in de provincie Limburg. Men heeft het daar gepresteerd om circa €100.000,- belastinggeld over de balk te gooien aan een nutteloos rapportje met als belangrijkste conclusie dat er kansen zijn en dat meer onderzoek nodig is. Afgelopen weken verscheen het verslag, met als titel “Technische (on)mogelijkheden voor kernenergie in de Provincie Limburg”. Het bedrijf heet Nuclear-21 en heeft als missie  “to support you in nuclear technology-to-business decisioneering

Rol Provincie

Het eerste dat je je kunt afvragen bij de presentatie van het rapport waarom de Provincie Limburg er uberhaupt voor heeft gekozen om dit onderzoek uit te voeren. De electriciteitsvoorziening is een Rijkstaak en geen provinciale bevoegdheid. Met andere woorden, de provincie gaat er niet over. Een belangrijke vraag in het rapport, namelijk welke bronnen de Limburgse electriciteitsvraag moeten dekken, is dan ook niet relevant. De Limburgse vraag is onderdeel van de Nederlandse vraag en landelijk wordt bekeken op welke manier die het beste gedekt kan worden.
Een jaar geleden heeft het Rijk een onderzoek laten doen naar de kansen voor kernenergie. KPMG concludeerde in haar Marktconsultatie onder andere dat er in het binnenland onvoldoende mogelijkheden zijn voor de ontwikkeling van kernenergie. Want er is gebrek aan koelwater. Kerncentrales, groot of klein, hebben dat nu eenmaal nodig. Voor Limburg gold dus al helemaal dat kernenergie geen haalbare kaart is. Een tweede reden voor de overbodigheid van dit onderzoek.
Daar komt bij dat de provincie Limburg een laag bod  heeft gedaan voor hernieuwbare energie in haar provincie. Het gaat om circa 2,5 TWh aan zon en wind, een schamele 4,5 % van de 55 TWh, die landelijk opgeteld door alle provincies is aangeboden. In de opzet van de Regionale Energiestrategie is opgenomen dat het bod betrekking moet hebben op hernieuwbare energie. Door de eindigheid van de grondstof uranium geldt dat argument niet voor kernenergie. Derde reden voor de overbodigheid van dit onderzoek.
Helaas past de provinciale zoektocht in een trend. Zo spendeert de provincie Noord-Brabant € 850.000,- aan onderzoek naar Thorium-centrales en liet eerder ook de provincie Zeeland een onderzoek doen naar de kansen voor nieuwe kerncentrales. Nutteloos verkwisten van belastinggeld dat beter naar echt duurzame projecten kan gaan.

Kleine kerncentrales

De belangrijkste conclusie van het rapport is dat in Limburg grote kerncentrales niet mogelijk zijn, maar kleinere wel. Dan zou het gaan om mini-kerncentrales van 20-50 MW, maar ook om enkele grotere van 200-300 MW per exemplaar. Deze zogenaamde Small Modular Reactors zijn al jaren de grote belofte van de nucleaire sector, maar kennen 1 groot probleem. Ze bestaan alleen op de tekentafel, in Powerpoint. We noemen ze daarom wel eens Nuclear Powerpoint Plants. De sector is al zo’n 20 jaar aan het werk met het ontwikkelen van SMR’s. Op papier ziet het er allemaal prachtig uit, maar de praktijk kent zoveel tegenslagen dat het tot nu toe vrijwel onmogelijk is gebleken om er eentje te bouwen. De in het rapport ” verzekerde realisatie na 2030 ” is gebaseerd op drijfzand.
Dat is ook geen wonder. Eerder koos de nucleaire sector voor schaalvergroting. Hoe groter, hoe beter. Omdat deze trend kerncentrales steeds ingewikkelder en dus duurder maakte, is gekozen voor schaalverkleining. Maar door de schaalverkleining bij deze SMR’s wordt de geproduceerde stroom eveneens steeds duurder in plaats van goedkoper. In beide gevallen snijden de kerncentrale-bouwers zich dus in de vingers.
De kleinere SMR’s zouden in massa geproduceerd moeten worden in fabrieken, maar dat gebeurt niet, want de vraag is simpelweg te klein. Van windmolens en zonnepanelen zijn inmiddels een beperkt aantal modellen op de markt, die in series van tienduizenden (windmolens) tot meerdere miljoenen (zonnepanelen) gebouwd worden. Dan is er sprake van schaalvoordeel en bij wind en zon zien we de laatste tien jaar de kostprijs per geproduceerde KWh dan ook spectaculair dalen. De verwachting dat je kleine kerncentrales kunt bouwen met een investering van € 250 miljoen en daarna zelfs voor € 150 miljoen is gebaseerd op drijfzand.

Leveringszekerheid

Een belangrijke conclusie is dat de energie-intensieve industrie in Limburg betrouwbare energiebronnen nodig heeft. Ten eerste kun je je afvragen of die energie-intensieve industrie niet veel meer aan besparing moet gaan doen, waardoor ze minder energie-intensief gaat worden. Maar ten tweede is nu juist kernenergie de afgelopen jaren onbetrouwbaar gebleken. Dat heeft niet alleen te maken met de loze beloftes over de ontwikkeling van SMR’s, maar ook de praktijk van alledag kent er voorbeelden van. In Frankrijk staan in de zomer bij gebrek aan koelwater kerncentrales stil. Vorig jaar nog stonden in Texas in de winter kerncentrales stil eveneens door gebrek aan koelwater, maar dan omdat dat bevroren was. Aan die immer geroemde leveringszekerheid van kerncentrales blijkt langzaamaan een en ander flink mis te zijn.
In het rapport wordt kernenergie als een regelbare bron beschouwd. Kerncentrales zouden dan de flexibele productie van stroom uit zon en wind kunnen compenseren, maar zijn daar eigenlijk niet goed voor gebouwd. De wisseling in productie gaat namelijk gepaard met temperatuurschommelingen en vanuit veiligheidsoverwegingen wil je dat niet. Veiligheid is gebaat bij een stabiele productie. Wat betreft regelbaar vermogen blijken kerncentrales ongeschikt te zijn.

Geen bronnen uitsluiten?

Een conclusie van het onderzoek is dat we niet de luxe kennen om bepaalde bronnen uit te sluiten. Dat wordt nergens gefundeerd en is tot nu toe een aanname van de nucleaire sector gebleken. Met als enig doel om kernenergie bespreekbaar te maken. Uit tal van scenario-studies blijkt dat een 100 % hernieuwbare energievoorziening, zonder kernenergie, mogelijk is. In Nederland heeft Urgenda dat bijvoorbeeld laten zien. Maar dat vergt wel een forse inzet op energie-besparing, onder andere bij die energie-intensieve industrie. En het vereist een veel grotere inzet van werkelijk schone bronnen zoals zon en wind, iets waar de provincie Limburg blijkbaar liever niet aan wil.

Nadelen kernenergie

In het rapport wordt nauwelijks op de vele nadelen van kernenergie ingegaan. De risico’s voor omwonenden doen er blijkbaar niet toe. Dat is des te urgenter omdat het bij SMR’s gaat om nieuwe types, waar nog geen ervaring mee is. Op de tekentafel doen ze het uiteraard prima, maar in de praktijk moet dat nog blijken. Dat probleem wordt nog verergerd doordat de opstellers er expliciet voor kiezen om vooraan te lopen en dus een zogenaamde FOAK (first of a kind, de eerste in de productie) SMR te willen hebben. Politici zullen gevoelig zijn voor het argument dat ze voorloper zijn, maar hier zal de wal het schip keren. FOAK’s hebben in de nucleaire sector te maken met grote tegenslagen waaronder kostenoverschrijdingen. Limburg kiest op deze manier voor de grote risico’s.
Ook wordt het probleem van het kernafval slechts terzijde genoemd. Of heeft Limburg ook al een opslaglocatie in gedachten, waar het kernafval de komende 100.000-den jaren veilig wordt opgeslagen? In Nederland hebben we de beslissing over het afval vooruit geschoven naar 2100. Dus pas over 80 jaar gaan we besluiten wat we doen met de rotzooi die we nu produceren. Niet echt een toonbeeld van duurzaam denken.
Over de kosten van de geproduceerde atoomstroom zijn de opstellers van het rapport veel te optimistisch. De vraag is echter of er wel een sluitende businesscase te maken valt. Het komt er op neer dat je als vervanging voor het dure aardgas een andere dure bron terug wilt. Terwijl de werkelijk goedkope oplossingen ligt bij een energiesysteem gebaseerd op  zon en wind.

Vervolg

De provincie Limburg, althans de Gedeputeerde Staten kiezen voor een actief vervolg. En dus komt er nog meer onderzoek, wordt er nog meer geld besteed aan dure bureaus, staan de conclusies vooraf al vast, namelijk dat nieuwe kerncentrales “kansrijk” zijn en loopt het provinciebestuur weg voor de maatregelen die mensen echt gaan helpen.
Maatregelen die echt helpen zijn een grote nadruk op energiebesparing, zodat mensen minder geld kwijt zijn aan hun energierekening. En een versnelde uitbouw van goedkope zonne- en windenergie. Daarmee wordt op korte termijn meer schone electriciteit geproduceerd en wordt er daadwerkelijk CO2 uitstoot vermeden.
De richting die het bestuur nu op gaat, betekent weglopen van werkelijk duurzame keuzes. Met dat weglopen zal Limburg in duurzaamheid niet voorop lopen, maar uiteindelijk achteraan hobbelen.
Meer lezen: