11 november 2019

Onterecht optimisme over de Finse oplossing voor radioactief afval

Op nieuwswebsite De Correspondent verscheen vrijdag 8 november een opmerkelijk artikel van wetenschapsjournalist Arnout Jaspers. De kop luidde: “Kernenergie is wél een goed alternatief voor fossiel, nu het probleem van radioactief afval is opgelost.”. Het artikel lijkt het resultaat van een eenzijdige verzameling van informatie. Het probleem van de eindberging van radioactief afval is namelijk niet opgelost. Omdat Jaspers het nalaat een kritische stem aan het woord te laten, bespreekt WISE vijf punten uit het artikel.

1. “Als we vol zouden inzetten op atoomstroom, zou de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen drastisch omlaag kunnen en zou de aarde veel minder snel opwarmen.”

Kernenergie is niet alleen een te dure remedie tegen klimaatverandering, maar het is ook nog eens veel te traag. Het merendeel van de kerncentrales die de laatste jaren wereldwijd aan het stroomnet gingen hadden een bouwtijd van 8 tot 11 jaar. [1] Het realiseren van nieuwe kerncentrales duurt gemiddeld 5 tot 17 jaar langer dan zonne- en windparken op land. Kernenergie kan ook volgens de meest optimistische scenario’s van de wereldwijde koepelorganisatie van de atoomlobby, de World Nuclear Association (WNA),  zeer beperkt bijdragen aan een oplossing voor het klimaatprobleem. [2]

2. “Naar radioactief afval is inmiddels lang en breed onderzoek gedaan. Consequent blijkt dat een veilige geologische eindberging realiseerbaar is.”

In de wetenschap is geen consensus bereikt over eindberging van radioactief afval. Sterker nog: Er wordt voor tientallen miljoenen euro’s onderzoek gedaan naar allerlei deelaspecten van eindberging, juist gezien de hoeveelheid aan criteria waaraan de geologische aardlagen moeten voldoen. Alleen al het Nederlandse onderzoek OPERA (Onderzoeks Programma Eindberging Radioactief Afval) heeft 7 jaar geduurd en 10 miljoen euro gekost, dat betaald is door nucleaire toezichthouder ANVS (het Rijk) en de nucleaire sector. [3]

3. “{..} waarbij metalen als koper en staal maar uiterst langzaam verroesten, en pas helemaal doorgeroest zijn als het afval nauwelijks radioactief meer is: doorgaans meer dan 200.000 jaar later.”

Van de koperen hulzen werd aanvankelijk gedacht dat ze ten minste 100.000 jaar zouden meegaan, maar uit onderzoek blijkt dat ze al binnen 1.000 jaar kunnen gaan lekken.[4]. In een rapport van het Zweedse Koninklijk Instituut voor Technologie (KTH) te Stockholm staat dat koper niet alleen roest onder invloed van lucht, zoals gangbaar wordt aangenomen, maar ook in een zuurstofvrije omgeving als water. In de komende 100.000 jaar krijgt Scandinavië bovendien te maken met een veranderend klimaat. Dit zorgt voor onvoorspelbaarheid met betrekking tot veranderingen in de loop van het grondwater.

4. “De VS hebben in New Mexico wel een berging voor militair nucleair afval.”

De VS heeft een faciliteit in een zoutlaag voor kernafval uit de militaire industrie, de zogenaamde WIPP (Waste Isolation Pilot Plant). Het project kostte 2 miljard dollar en in 2014 [5] is het daar misgegaan: plutonium is ontsnapt. Het Amerikaanse ministerie van Energie (Secretary of Energy) stelde eind september 2014 dat waarschijnlijk een vat met plutonium-houdende nitraatzouten en organisch materiaal was ontploft. Het ontsmetten van het gangenstelsel in de opslagmijn, de aanleg van een nieuw ventilatiesysteem, een extra schacht en overige veiligheidsmaatregelen zouden omgerekend 250 miljoen euro kosten.[6]

5. Tot slot wordt de vraag gesteld: Wat kan er in een eeuw allemaal misgaan? 

Op deze vraag geeft Jaspers in zijn artikel geen volledig antwoord. De grootste beperking van diepe berging is menselijke interactie. Toekomstige generaties kunnen te maken krijgen met de gevaren van definitieve opslag van kernafval in de diepe ondergrond. Hoe zorgen we ervoor dat  kennis van de opslagplaats bewaard worden tot in lengte van dagen zodat toekomstige generaties de vaten omsloten met koper niet gaan delven?

In 1998 stelde de Environmental Protection Agency (EPA) al dat extra maatregelen nodig zijn: Permanente markering van de opslagplaats, het bewaren van gegevens in openbare archieven en andere methoden om de kennis te kunnen behouden over plaats, ontwerp en inhoud van een opslagsysteem van kernafval. Hoe dit moet is sindsdien wereldwijd onderwerp van studie, bijvoorbeeld door het Radioactive Waste Management Committee van het Nuclear Energy Agency. Tot nu toe zijn er geen conclusies getrokken over of en hoe we kunnen communiceren met toekomstige generaties. [7]

 


[1] Mycle Schneider. (2019).  World Nuclear Industry status report 2019
[2] World Nuclear Association. (2017). Harmony – The global nuclear industry’s vision for the future of electricity. http://world-nuclear.org/harmony
[3] Resultaten Onderzoeksprogramma Eindberging Radioactief Afval (OPERA
[4] Hultquist. (2009). ‘Water Corrodes Copper’. http://dx.doi.org/10.1007/s10562-009-0113-x
[5] Nuclear Fuel, 9 maart 1998, p 6 en 7.
[7] C. Pescatore, C. Mays: Geological disposal of radioactive waste: records, markers and people. An integration challenge to be met over millennia. Published in: NEA updates, NEA News 2008 – No. 26, Paris, 2009.