20 oktober 2025

Brief Minister laat zien: kernenergie is niet nodig

Op vrijdag 17 oktober stuurde Minister Hermans een uitgebreide set aan brieven en rapporten naar de Tweede Kamer over de voortgang van kernenergie in Nederland. In de stukken werd ingegaan op de rol van grote nieuwe kerncentrales en de impact daarvan op zowel milieu als op het energiesysteem. Daarnaast verscheen een visie op de bouw van kleine kerncentrales, de Small Modular Reactors en deed de minister een voorstel hoe de bouw van de nieuwe kerncentrales gefinancierd moet worden. Al met al een dik pakket en toen wij het gelezen en goed bestudeerd hadden was onze conclusie: nieuwe kerncentrales zijn niet nodig en maken het energiesysteem zelfs duurder. Niet verrassend als je kijkt naar de gigantische kostenoverschrijdingen, waarmee kernenergie steeds te maken heeft. 

TNO: een energiesysteem zonder kernenergie is realistisch

In opdracht van de minister schreef TNO een uitgebreide studie over de effecten van nieuwe kerncentrales op het energiesysteem in 2040 en in 2050. Daarbij werd vooral gekeken naar de kostenkant. Is een systeem met kernenergie nu duurder of juist goedkoper? In de modellen van TNO zijn de totale systeemkosten mét of zonder kernenergie praktisch gelijk.  De studie concludeert dat een CO₂-vrij systeem zonder kernenergie technisch en financieel mogelijk is. Dit komt doordat wind op zee, zon, opslag, slim verbruik en verzwaring van het net samen de vraag kunnen dekken. De keuze voor kerncentrales wordt daarmee een politieke voorkeur, maar geen noodzaak voor een emissieloos energiesysteem. Daarentegen levert het systeem wel veel risico’s op, bijvoorbeeld voor de betaalbaarheid van het energiesysteem, de hoogte van de energierekening, en de staatsfinanciën. Bovendien heb je tot het jaar 2100 geen flexibiliteit in je keuze en mis je dus prijsverlagingen en innovaties bij andere opties, zoals batterijen en andere opslag-technieken. Nieuwe technologie waar ook het Nederlandse bedrijfsleven kan scoren.

TNO rekent in haar modellen voor wat er gebeurt als een grote nieuwe kerncentrale geen €11 miljard kost, maar het dubbele.  Recente Europese projecten laten structureel hogere kosten en vertragingen zien. Zo blijkt uit onderzoek van Profundo dat bij de aanbouw van Vogtle in de VS, Flamanville in Frankrijk, en Hinkley Point C in het Verenigd Koninkrijk de kosten wel drie keer hoger uitvallen, dan oorspronkelijk geraamd. Zodra op basis van die ervaringen realistische bouwkosten en financiering worden meegenomen, wordt het energiesysteem €1,5 a 2 miljard  per jaar duurder, zeg maar zo’n € 250,-  voor een gemiddeld huishouden per jaar. Als die meerkosten gebruikt zouden worden voor bijvoorbeeld het isoleren van 100.000 woningen per jaar, kan je in vijf jaar alle huishoudens met energiearmoede aan een lagere energierekening helpen. 

TNO introduceert in haar rapport een nieuw model waarin er fors wordt bespaard op energie, bijvoorbeeld omdat de zware en energie-intensieve industrie voor een deel naar het buitenland verhuist. Als die industriële vraag afneemt, valt een deel van de vermeende “systeemvoordelen” van kernenergie weg en is kernenergie te duur geworden. Energiebesparing zorgt er dus voor dat kerncentrales overbodig worden.  

Kernenergie levert grote risico’s op voor de publieke financiën

Naast het systeemstudierapport heeft de overheid KPMG gevraagd om te kijken hoe de bouw van nieuwe kerncentrales het beste te financieren valt. Die vraag is belangrijk, nu wederom blijkt dat marktpartijen zoveel risico’s zien dat ze zich liever niet branden aan kernenergie. In dit rapport blijkt daarom dat staatssteun onvermijdelijk is. 

 Deze keuze verplaatst de risico’s naar de belastingbetaler. KPMG adviseert voor Nederlandse nieuwbouw volledige publieke financiering, aangevuld met een Contract for Difference (CfD). In gewone taal: de overheid moet met geld, garanties en prijsafspraken het project stutten. Alle kosten, inclusief de overschrijdingen en vertragingen komen daarmee op het bordje van de staat terecht. De CfD-constructie werkt bovendien door in de uiteindelijke stroomprijs. 

Wanneer we uitgaan van een realistische kostprijs voor een kerncentrale van rond de 20 miljard per centrale is er een groot probleem. In het klimaatfonds is op dit moment een potje met geld van zo’n € 14 miljard gereserveerd voor de bouw van nieuwe kerncentrales. Hierdoor is er niet genoeg publiek geld beschikbaar voor zelfs maar één kerncentrale.  Tegelijkertijd geven kernenergie-voorstanders zoals D66, CDA, CU en Volt aan dat ze niet meer, maar juist minder geld willen besteden aan kerncentrales.  In de CPB-doorrekeningen Keuzes in Kaart 2027-2030 geven deze partijen aan dat ze willen besparen op de € 14 miljard. CDA haalt er € 5 miljard uit, D66 € 4 miljard, CU € 7,5 miljard en Volt zelfs € 9,5 miljard. 

Dit politieke gesteggel laat zien dat kernenergie met veel onzekerheid omgeven blijft.  

SMR’s gaan ons niet helpen

SMR’s, de kleine kerncentrales waar veel nucleaire liefhebbers hun geld op zouden willen inzetten, worden door de minister hard afgeserveerd. Het kabinet erkent dat SMR’s nog nergens in het Westen commercieel bewezen of financieel rendabel zijn. Buiten Rusland en China bestaat geen enkel operationeel voorbeeld. 

In de strategie stelt de minister dat Nederland pas gaat instappen als andere landen  de eerste exemplaren succesvol gebouwd hebben. Dat betekent concreet dat Nederland afziet van deelname aan first-of-a-kind (FOAK)-projecten, vanwege te hoge financiële risico’s en technologische onzekerheid. Pas bij nth-of-a-kind (NOAK)-reactoren, dus bij bewezen ontwerpen, zou Nederland mogelijk private initiatieven willen ondersteunen. Het kabinet geeft daarnaast aan dat deze projecten afhankelijk zijn van significante staatsinvesteringen. Daarmee is feitelijk erkend dat SMR’s voorlopig niet meer dan een theoretische optie zijn. De boodschap aan diverse gemeenten en provincies in Nederland is daarmee glashelder: zet je dromen voorlopig maar in de ijskast en ga vooral aan de slag om de duurzame doelen voor 2030 te halen! 

Conclusie:  Kernenergie gaat ons niet helpen

Het oordeel is al met al duidelijk: grote kerncentrales zijn te duur en zorgen ervoor dat het energiesysteem € 1,5 a 2 miljard per jaar duurder wordt dan nodig is. Dat wordt nog sterker als we fors inzetten op energiebesparing. Dan blijken de kerncentrales overbodig. SMR’s gaan ons ook niet helpen, want die moeten eerst bewijzen dat ze elders op de wereld goedkoop gebouwd kunnen worden. Tenslotte zal de staat bij een keuze voor kernenergie alle financiering en risico’s op zich moeten nemen.

Kernenergie is al met al dus geen noodzaak, maar een politieke keuze. Eén die ons duur komt te staan. 

Meer lezen: