17 juli 2021

Hervormd emissiehandelssysteem onvoldoende om klimaatcrisis in te dammen

Met de lancering van het Fit for 55 pakket is het Europese emissiehandelssysteem (ETS) teruggekeerd als de hoeksteen van het klimaatbeleid. Om de Europese reductiedoelstelling te bereiken –  de netto-uitstoot van broeikasgassen moet met ten minste 55% zijn verminderd in 2030 ten opzichte van 1990 – wordt het Europese systeem voor emissiehandel uitgebreid en verzwaard. Maar de voorstellen van de Europese Commissie om het ETS te verbeteren zijn onvoldoende om de emissiereducties te behalen die nodig zijn om de klimaatcrisis in te dammen.

Gratis emissierechten

Bij de verbetering van de emissiehandelsmarkt had de nadruk moeten liggen op het repareren van het principe ‘de vervuiler betaalt’ en het afbouwen van gratis emissierechten aan grote vervuilende industrieën. Maar helaas, met dit voorstel blijft het overgrote deel van de kosteloze toewijzing (het uitdelen van gratis emissierechten) ongewijzigd. Slechts 25 % van de gratis emissierechten worden gekoppeld aan de vooruitgang van de industrie op het gebied van energie-efficiëntie. Dit betekent in de praktijk dat grote industriële vervuilers in de EU de komende jaren aanzienlijke bedragen aan gratis emissierechten zullen blijven ontvangen.

Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM)

De Europese Commissie wil een koolstofheffing aan de grens gaan invoeren, de zogenaamde CBAM. Maar in plaats van een CBAM in te stellen als alternatief voor de kosteloze toewijzing van emissierechten, zet de Commissie de deur open naar nóg meer vrijstellingen voor de grote vervuilers. Pas in 2035 wordt er overgegaan op de afschaffing van gratis emissierechten, dit zou aanvankelijk in 2030 gebeuren. Wel wordt de uitgifte van gratis rechten vanaf 2025 verminderd. Tot die tijd genieten EU-industrieën een royale bescherming.

Veilingopbrengsten

Momenteel liggen de prijzen rond de 50 euro per emissierecht (dat staat gelijk aan 1 ton CO2-uitstoot). Volgens analisten zouden de prijzen tegen het einde van dit decennium kunnen stijgen tot 100 euro per ton. Daarmee zal het handelssysteem steeds meer een lucratievere inkomstenbron worden voor lidstaten. Volgens de plannen van de Europese Commissie moeten lidstaten 100 % van de ETS-inkomsten aan “klimaatactie” besteden. Dat is positief. Maar wat er wordt verstaan onder klimaatactie, blijft  onvoldoende gedefinieerd, waardoor ook investeringen in fossiele brandstoffen als klimaatactie kunnen worden beschouwd (denk bijvoorbeeld aan CCS, of de compensatie van indirecte kosten van energie-intensieve bedrijven). De nieuwe richtlijn moet het begrip ‘klimaatactie’ daarom veel beter definiëren, bijvoorbeeld door het te koppelen aan het beginsel ‘do no significant harm’.

Luchtvaart en scheepvaart

De Europese Commissie blijft het toestaan dat de luchtvaartsector privileges geniet. Zo blijven internationale vluchten vrijgesteld van het ETS. Wel moeten luchtvaartmaatschappijen en reders belasting gaan betalen over hun brandstof. Voor vluchten tussen Europese landen blijft het ETS van toepassing. De Commissie stelt voor om de kosteloze toewijzing van emissierechten geleidelijk af te schaffen, tegen 2027 moet dit teruggebracht zijn naar 0. Ook de scheepvaart moet deel gaan nemen aan het handelssysteem. Die uitbreiding is meer dan welkom. Er zullen geen gratis emissierechten worden uitgegeven, maar de uitbreiding zal pas in 2026 volledig operationeel zijn. Dat is zonde, want er is geen reden voor deze sector om de komende jaren op de handen te zitten.

Ambities in cijfers

  • Reductiedoel – De algemene klimaatdoelstelling die door het ETS tegen 2030 moet worden gehaald ligt 61% lager vergeleken met het basisniveau van 2005. Dit is een verbetering, maar niet voldoende. Een emissiereductie van 70% leidt tot klimaatneutraliteit binnen het ETS in de tweede helft van de jaren 2040.
  • LRF – De doelstelling van 61% wordt bereikt door het ophogen van de lineaire reductiefactor (LRF) tot 4,2%. Dat betekent dat er vanaf 2026 jaarlijks 4,2 % minder uitstoot toe wordt gestaan, tegen nu nog jaarlijks 2,2 %. De verhoogde lineaire reductiefactor wordt gecombineerd met een eenmalige aanpassing van de cap (het plafond van emissierechten dat gelijk staat aan de totale toelaatbare CO2-uitstoot) zodat de nieuwe lineaire reductiefactor hetzelfde effect heeft als wanneer deze vanaf 2021 van toepassing zou zijn.
  • MSR – De marktstabiliteitsreserve (MSR) wordt versterkt. Als er meer dan 400 miljoen emissierechten in de reserve zitten, zullen deze ongeldig verklaard. Dat is een goede stap in het aanpakken van de koolstofbubbel. De intake rate gaat van 12 naar 24 %. De vraag is of dat voldoende zal zijn om in de komende jaren overschotten weg te werken, zeker gezien de ‘kolenuitstap’ (zeker 12 lidstaten sluiten de komende jaren hun kolencentrales). Juist vanwege die kolenuitstap had de intake rate moeten worden verhoogd naar 36 %.
  • Benchmark – Tot slot gaat de Europese ETS-benchmarks omhoog, die het niveau van gratis rechten bepalen. De bovengrens wordt verhoogd tot maximaal 2,5 % in plaats van 1,6 %. Helaas blijft het laagste verbeteringspercentage steken op 0,2 %, die geldt nou  juist voor grote vervuilers zoals de staalindustrie.